Bij netwerkpleegzorg denkt men meestal dat de pleegouders familie zijn van het pleegkind, zoals opa en oma of een oom en tante. Dat is echter niet altijd het geval; Marieke en haar gezin zijn netwerkpleeggezin maar geen familie van hun pleegdochter Sacha.
Marieke: “Sacha zat bij onze dochter in de klas en kwam wel eens bij ons spelen. We merkten dat het thuis niet zo goed ging maar wisten niet wat er allemaal gaande was.” De mama van Sacha bleek verslaafd en moest worden opgenomen.
Omdat er in haar eigen netwerk niemand Sacha kon opvangen, belde de moeder van Sacha naar Marieke voor hulp. Zij werd samen met haar gezinsleden netwerkpleeggezin. Sacha verbleef bijna 3 maanden in het pleeggezin en ging daarna weer naar huis. “Wanneer iemand verslaafd is geweest, is de kans op een terugval groot. Daarom vonden we het vreemd dat er geen toezicht meer was in het gezin. We moesten het toch loslaten”, zegt Marieke. Door corona verminderde het contact met Sacha, totdat de moeder van Sacha weer belde. Marieke: “Ze had een terugval gehad en moest weer naar een afkickkliniek. Sacha was - na overleg met onze eigen kinderen - weer welkom. Ze is niet meer naar huis gegaan en woont nog steeds bij ons.”
“Het was anders nooit in ons opgekomen om pleeggezin te worden”
Marieke en haar man zijn op deze manier in het pleegouderschap gerold. Marieke: “Het was anders nooit in ons opgekomen om pleeggezin te worden. We hebben allebei een baan en een druk gezinsleven. Toch past het goed. Sacha hoort erbij en toen de vraag kwam om voor een langere tijd voor haar te zorgen, hadden we ons antwoord daarop al lang besproken. Wij waren geen vreemden voor Sacha; dat heeft het voor iedereen makkelijker gemaakt. Het feit dat we geen familie zijn, maakt het ook minder ingewikkeld. Het helpt om wat afstand te houden, waardoor er minder conflicten zijn. Juist omdat je geen familieband hebt.”
Na een lange periode met een omgangsregeling met haar mama geeft Sacha - die nu een pubermeid is - op haar eigen manier invulling aan hun contact. Vanwege haar ervaringen in het verleden heeft ze dit nu op een laag pitje gezet. Marieke: “Haar gezinsvoogd en wij respecteren dit, maar bespreken geregeld met Sacha op welke manier ze in contact kan blijven met haar moeder.” Sacha is blij met het contact met haar vader, dat inmiddels na lange tijd is opgestart. Vanwege haar vaders persoonlijke problematiek vindt dit voorlopig nog onder begeleiding plaats. Dat gaat heel goed. Beide ouders geven aan dat ze achter de plaatsing van hun dochter in een pleeggezin staan en waarderen wat het pleeggezin voor Sacha doet.
“Ik denk dat er wellicht meer mensen zijn die iets zouden willen en kunnen betekenen”
Marieke: “In menig klas zit wel een kind waarvan je het vermoeden hebt dat het thuis niet lekker loopt. Wij hoorden dat later ook terug van andere ouders uit Sacha’s klas. Mensen hebben dan zorgen over een klasgenootje van hun zoon of dochter, maar weten vaak niet wat ze kunnen doen.”
Welk advies zou je deze ouders geven? “Maak je zorgen bespreekbaar. Lukt dat niet met de ouders, doe dat dan met de leerkracht, intern begeleider of directeur. En nodig het kind uit om eens te komen spelen. Ik denk dat er wellicht meer mensen zijn die iets zouden willen en kunnen betekenen. Bijvoorbeeld door te ondersteunen in een weekend of door tijdelijk een kind op te vangen.“
Natuurlijk is het niet altijd makkelijk geweest. Marieke: “Sacha heeft nog steeds therapie in verband met wat ze heeft meegemaakt. Doordat wij betrouwbaar zijn en haar veel uitleg geven, is haar vertrouwen gegroeid. Het muurtje dat ze lang om zich heen had, is gelukkig - naarmate ze meer vertrouwen kreeg - afgebrokkeld. Ook ervaren we veel steun van de begeleider Pleegzorg. Zij is betrokken en eerlijk én heeft aandacht voor alle gezinsleden. Wij hadden eerder nooit met hulpverlening te maken gehad. Er kwam dus veel op ons af. En dat was niet altijd makkelijk, mede doordat er veel verschillende belangen meespelen. Wij ervaren nu vooral een prettige samenwerking met de gezinsvoogd en de begeleider Pleegzorg. Zij zetten de lijnen uit. Ook het contact met school is heel prettig. Je staat er als pleegouder niet alleen voor.”
“Wij ervaren een prettige samenwerking met de gezinsvoogd en de begeleider Pleegzorg”
Sacha draait mee in het gezin zoals hun eigen kinderen; ze heeft geen uitzonderingspositie. Ook in de familie van het pleeggezin wordt ze volledig geaccepteerd. De vriendschap tussen hun eigen dochter en Sacha is veranderd in een soort zussenband. Marieke haalt de voldoening uit het feit dat het goed gaat met Sacha: “Ze is enorm vooruitgegaan op school en we vinden het fijn dat wij een aandeel in haar toekomst hebben. Gewoon, door vóór te doen, een ander kader te bieden en een ander voorbeeld te zijn dan wat zij in het verleden geleerd en gezien heeft.”
Heeft u na het lezen van dit verhaal vragen over pleegzorg?
Of wilt u meer informatie over pleegzorg ontvangen? Mail naar pleegzorg@xonar.nl