
Regelmatig schrijft een pleegouder een column. Deze keer is het de beurt aan Frank.
“Japie, ik ben moe!”
(Pleeg)Ouderschap met een lege batterij.
(Pleeg)Ouders zijn de enige mensen die structureel vermoeid door het leven strompelen, maar alsnog geacht worden zen-meesters te zijn.
Pleegzoon van 9, dochters van 3 en 1, drukke baan, huisdieren en de rest. Tel maar uit, je kent het.
Vandaag ben ik om 05:33 wakker geworden omdat Japie luidkeels verkondigde dat zijn onderbroek ‘raar’ voelt, en voor ik mijn eerste kop koffie kon zetten, had ik al vier ruzies gesust tussen de 3 kids, een appel geschild (maar 'ajb zonder het klokhuis aan te raken'), en een vel stickers van de kat afgehaald.
Moe zijn is geen staat van zijn voor ouders, het is een levensstijl. Je probeert geduldig te zijn, echt waar. Ik heb de cursus ‘positief opvoeden’ heus wel gevolgd (of tenminste de eerste drie minuten op YouTube gekeken). Maar dan, midden in de supermarkt, begint Japie te zeuren omdat hij geen oranje paprika wil – alleen de rode, want oranje is voor losers. En daar sta je dan, met een halve hersencel en het geduld van een natte lucifer.
Het grote probleem? Vermoeide ouders hebben een soort permanent haperende innerlijke wifi. Signalen van redelijkheid komen gewoon niet aan. Japie die schreeuwend door de woonkamer springt terwijl jij een offerte voor de tuin probeert te snappen voelt niet aan als een uiting van levensvreugde, maar als een aanval op je zenuwstelsel.
Natuurlijk hou ik van Japie en onze twee dochters. En natuurlijk weet ik dat ze niets kwaads bedoelen. Maar als je voor de 16e keer op een dag wordt onderbroken terwijl je eindelijk even op de wc zit, begin je serieus te overwegen om jezelf tijdelijk op marktplaats te zetten – onder het kopje “licht defect, niet retourneren”.
De oplossing? Humor en veel koffie. En af en toe gewoon even toegeven dat je het niet weet, je grenzen bereikt zijn, en dat “nu even niet” ook opvoedkundig verantwoord kan zijn.
Vorige week zei ik nog tegen Japie toen hij uit de douche kwam: pak jij maar een kleine handdoek, splinter. Antwoord: jij bent ook een splinter Frank, een dikke splinter. We moesten beiden hard lachen!
Want perfecte (pleeg)ouders bestaan niet. Maar ouders met wallen tot op hun knieën, een vleugje sarcasme en een onuitputtelijke liefde voor hun kinderen? Die zijn er gelukkig genoeg.