Iedere maand schrijft een pleegmoeder een column voor XONAR, deze maand over het 'testweekend' met twee kindjes van vrienden
Geertje (38), is illustrator, vormgever, schrijfster én aankomend pleegmoeder. Ze schrijft maandelijks een column over haar belevenissen op weg naar het pleegouderschap.
Als we onze beste vrienden vertellen dat we bijna klaar zijn met het voorbereidingstraject voor pleegzorg, bieden ze geheel onbaatzuchtig twee proefkinderen aan. “Het is goed voor jullie om eens te oefenen, die schatjes van ons zijn daar heel geschikt voor. Hoe zitten jullie het derde weekeinde van mei?” Ze kunnen hun enthousiasme maar slecht verbergen als we instemmen.
Het is dan misschien omdat ze, zoals ze zelf zeggen ‘permamoe’ zijn, maar toch vind ik het heel wat. Twee nachten je kinderen aan ons toevertrouwen. We hebben natuurlijk al vaak opgepast, maar dat was altijd in hun huis. En nu moeten driejarige Sjors en Bram van net 2 zich een heel weekeinde in ons grotemensenhuis vermaken. Wat als ze hun ouders gaan missen? En hoe zal dat gaan met de honden? Kleine Dobby is geen probleem, maar grote, zwarte, drukke dobermann-kruising James? Bijten zal hij nooit, maar met zijn lompe gedrag loopt hij die arme bloedjes vast omver...
In deze zorgelijke gemoedstoestand ga ik even langs de Action, voor een speelgoedje of twee. Ik kom naar buiten met een speelmat, raceautootjes, alle soorten stiften en kleurboeken, dinosaurussen een speeltent. Tja. Ik haal ook maar meteen beschermers voor alle stopcontacten op kindhoogte. We schaffen een traphekje aan. En uiteraard een jaarvooraad diksap, slurpfruitjes en bananen. Thuis haal ik heel de bovenverdieping overhoop om twee aparte kamers voor de jongens in te richten en doe mijn best om de boel er kindvriendelijk uit te laten uitzien.
En dan is het logeerweekend daar, en merken we wat voor beginners we zijn. Het speelgoed dat ik gekocht heb vinden ze best ok, maar ons topstuk blijkt een oud trapje te zijn. Het rode houten opstapje heeft maar twee treden en we kochten het ooit toen onze vorige hond niet meer zelf de bank op kon. Maar het blijkt nu ook prima dienst te doen als startblok voor een over-de-bank parcours. Als krukje om de hond een verhaaltje voor te lezen. Als opstapje bij het tandenpoetsen of op de wc klimmen. En sowieso om in en uit bed te komen, want dat kan plotseling alleen nog via het rode trapje. We zeulen het ding van hot naar her.
Alle dingen waar we ons zorgen over maakten, blijken onzinnig. “Geertje mogen we James nu nog een keer kammen?” roepen ze, waarna het zwarte monster zich als een schaap laat borstelen. Aan het eind van de middag zet ik James even op de gang, zodat hij zelf ook wat rust krijgt. “Ga jij maar even nadenken!” spreekt Sjors hem streng toe.
Ja we moeten nog veel leren. Zo ontdekken we na één nacht al dat je kinderbedtijd niet straffeloos met een half uur kunt verschuiven. Dat je een tweejarige geen open boterham met hagelslag moet geven. En dat een nieuw wit shirt en een chocolade ijsje geen goede combinatie zijn.
Maar wat is het leuk.