Iedere maand schrijft een pleegmoeder een column voor XONAR, deze maand over 'Pleegzorgen'.
Geertje (38), is illustrator, vormgever, schrijfster én pleegmoeder. Ze schrijft maandelijks een column over haar belevenissen in pleegouderschap.
Ouders maken er een sport van om aanstaande ouders voor te bereiden op Het Allerergste. “Slaap nu het nog kan!!” of “Oh jullie gaan uiteten, nou, geniet er maar van, want dat kan de komende miljoen jaar dus niet meer!”. Van kotsplekken tot huilbuien: tegen de tijd dat de baby arriveerde, hadden Jeroen en ik ons schrap gezet voor de negende laag van de hel.
En toen bleek het nogal mee te vallen. Serieus, ik heb cavia’s gehad die meer werk waren. Waar maakt iedereen zich zo druk over? Nu moet ik eerlijk zeggen dat we wel een beginnersbaby hebben gekregen. Hij drinkt goed, vult luiers als een baas en hij mag graag lang slapen. En die huilbui af en toe is meteen vergeten als hij die fantastische tandeloze lach demonstreert.
Er zijn echter ook zaken waar niemand ons op heeft voorbereid. Zoals dat we ineens potsierlijke onzin uitkramen. “Och heeft de kleine baby-webie dan de hik-ki-pik, ja?’ hoor ik mezelf vanmorgen pruttelen. Geen mens die ons daarvoor heeft gewaarschuwd. En dat Jeroen ineens verborgen zangtalenten tentoonspreidt, daar was ik ook niet op bedacht. Slapeloze nachten, inderdaad. Niet door de baby, maar omdat ik ‘Que Sera’ van Doris Day niet meer uit mijn hoofd krijg.
Want; Jeroen zingt voor de baby. Que Sera Sera dus. Maar ook Limburgse liedjes, Mergraote van de Schintaler, wat ik niet kende, maar prachtig is. En soms hoor ik ook wel ‘negentug menute laaaang, voor onze club uit amsterdaaaam’ uit de kinderkamer. De baby vindt het allemaal prachtig. Als ik hen zo samen zie, dan loop ik over van liefde voor ons mooie pleeggezin.
En dat is dubbel. Want behalve gewone dingen waaraan iedere kersverse ouder moet wennen, hebben wij ook nog ‘pleegzorgen’. Hoe lang mogen we hiervan genieten? De rechtszaak is deze maand, dan zal een rechter beslissen of de kleine jongen weer terug kan naar zijn ouders, of eventueel gedeeltelijk terug, of dat hij voorlopig bij ons kan blijven.
Pleegzorg. Is. Tijdelijk. Het is ons zo ingeprent tijdens de voorbereiding. Als pleegouders werk je toe naar het moment dat het kind weer thuis kan wonen, dat is het hele doel.
Maar tegelijkertijd wordt er van je verwacht dat je het kind een gezonde hechting biedt. Dat is heel belangrijk, zeker voor kinderen die op jonge leeftijd al zoveel meegemaakt hebben. En gezond hechten kan een kind alleen bij verzorgers die hem liefde geven. Zonder rem. Je moet je zelf hechten aan het kind, zodat het kind leert wat hechten is, ook al leg je daarmee je hart op een hakblok.
Natuurlijk staat het belang van het kind voorop. Bij zijn eigen papa en mama opgroeien is in alle gevallen de beste optie, als het kan. Als het veilig is. Maar hoe je als pleegouders moet omgaan met zo’n afscheid, daar kun je je niet op voorbereiden.
Het enige dat we kunnen doen, is accepteren.
Que sera, sera. What will be, will be.