Iedere maand schrijft een pleegmoeder een column voor XONAR, deze maand over bang zijn.
Geertje (38), is illustrator, vormgever, schrijfster én aankomend pleegmoeder. Ze schrijft maandelijks een column over haar belevenissen op weg naar het pleegouderschap.
Nu we op het punt staan om pleegouders te worden, denk ik veel na over het moederschap. Wat betekent dat, mama zijn, en wat wordt mijn taak als pleegouder? En dan denk ik aan mijn eigen moeder.
Afgelopen zomer. Ik ben samen met mam op schildervakantie in Italië. En nee, niet om kozijnen te verven, zoals mijn vriend Jeroen steeds grapt. Wel landschappen, bomen en pittoreske dorpjes in aquarel. Heerlijk met penselen en ezel onder een boom, op de achtergrond een kasteel. Met het groepje medeschilders en een onvermoeibare leraar slijten we onze dagen, iedere avond drinken we wijn aan het meer.
We slapen in stacaravans, van alle gemakken voorzien, ook al is het dan wat houtje touwtje. De hele hut beweegt mee als je door de caravan loopt en het rolgordijn voor mijn slaapkamerraam schiet steeds los. Maakt niet uit, hoort erbij in Italië. Toch slapen mama en ik de eerste avond wat onrustig. Een nieuwe omgeving, een vliegreis achter de rug, het is even wennen. Ergens tegen 4 uur in de nacht word ik wakker. Ik hoor mijn moeder door de caravan stommelen. Even zet ze de tv aan, loeihard Italiaans schalt door de caravan. Ik overweeg ook op te staan, maar val toch weer in slaap.
De volgende ochtend groeten we elkaar met slaperig hoofd in het woonkamertje.
“En, goed geslapen?” vraagt mijn moeder.
“Niet zo best” antwoord ik.
“Ja ik hoorde je vannacht nog rondspoken!” lacht ze. Ik ben verbaasd.
“Ik ben mijn bed niet uit geweest hoor. Jij was toch op?”
“Nee... Wie zette dan de tv aan?”
We kunnen er om lachen, vreemd is het wel. Misschien kwam het van buiten? De rest van de dag denken we er niet meer aan. Tot ik die avond in bed lig. Ik val vrij snel in slaap, maar rond 4 uur word ik weer wakker. Ineens lijkt het voorval van de nacht daarvoor niet zo grappig meer. Ik denk na over verwarde mensen, wat als iemand het nou leuk vindt om ‘s nachts in onze caravan te gaan zitten? Ik hoor iets. En ik voel ook iets, de caravan schudt steeds een beetje. Dit is niet leuk meer. Opstaan durf ik niet. Ik denk aan de lezing die we bij pleegzorg over trauma kregen, en snap ineens heel goed wat ze met ‘actief bevriezen’ bedoelen.
Ik hoor gestommel. Weer beweegt de caravan. Op het kastje staat een bus deo, misschien kan ik die als wapen gebruiken? Maar ik durf niet uit bed! Uiteindelijk besluit ik mam te appen. Kleine kans dat ze het leest als ze slaapt, maar ik weet niks beters. “Ik hoor weer dingen!” stuur ik. Ze stuurt natuurlijk niks terug, stom idee ook. Een minuut later schiet mijn hart in mijn keel. Dit beeld ik mij niet in, de hele caravan beweegt en ik hoor echt voetstappen! Ik grijp de deo en een zaklamp en spring uit bed. Dan gaat tot mijn schrik het licht aan in de woonkamer.
“Wat hoor je dan?” roept mijn moeder vanuit de woonkamer. Opluchting stroomt door me heen en ik trek de deur van het slaapkamertje open. Daar staat mijn mama, de onverschrokkene, in pyama te knipperen tegen het felle licht. De ruimte is verder vrij van verkrachters en insluipers. “Oh niks” zeg ik zo nonchalant mogelijk. Opgelucht kruip ik terug in bed. Ik rol me in de dekens, voel me ineens doodmoe.
Maar precies op dat moment schalt een Italiaanse stem door ons huisje. Binnen twee seconden staan we weer in de woonkamer, met een blèrende tv. Hij schakelt vanzelf uit en wij liggen in een deuk. Geen idee hoe dit kan, maar we trekken mooi de stekker eruit. Misschien een grap van de vorige gasten, om de wekker op de tv te zetten? Nog na-giechelend kruipen we in bed, wat een nacht. Eindelijk kan ik slapen. Langzaam zak ik dieper weg, met nog een glimlach op mijn lippen.
Tot het vervloekte rolgordijn met een gigantische klap losschiet en ik wederom rechtop tussen de lakens zit.
Maar echt bang ben ik niet meer.
Mijn mama is er. En zo’n mama wil ik zijn.