26-09-2023

Column van een pleegouder - Frank

Regelmatig schrijft een pleegouder een column. Deze keer is het de beurt aan Frank.

Emoties reguleren

De zomervakantie zit er weer op en school is al weer 3 weken bezig. Uitgerekend de eerste schoolweek zat ik een week in Amerika voor mijn werk. 6 weken zomervakantie, vrijwel iedere dag samen, nu meteen 8 dagen zonder elkaar. Een gek gevoel. Zeker als ik me bedenk dat het deze maand alweer 3 jaar geleden is dat Japie bij ons kwam wonen.

Gelukkig biedt school, sporten en klasgenootjes genoeg afleiding en opwinding in de eerste weken. Wat was Japie blij iedereen weer te zien. Nu mag hij aan de bak in groep 4. Sinds ze hem verteld hebben dat hij waarschijnlijk naar een andere school gaat, vraagt hij bij ieder schoolgebouw: ‘is dat mijn nieuwe school?’. Hij heeft er zin in, maar ik merk ook wat gezonde spanning. We zeggen hem steeds: ‘dat heb je zelf verdiend met je harde werk en goed opletten’, want zo is het ook.

Ook buiten school is het tijd voor iets nieuws, Japie gaat voetballen. Hij was er al een tijdje over bezig maar nu gaat het gebeuren. We zijn er niet eerder mee begonnen omdat hij zelf ook wel eens aangaf dat hij veel te doen had. School, (extra) sporten na school, middagje BSO, middag bij je moeder etc. Nu je zwemdiploma A, B en C gehaald hebt, komt er weer wat tijd vrij voor iets nieuws. Dat moest volgens Japie zelf voetbal worden, daar is hij naar eigen zeggen immers goed in.

Inmiddels heeft Japie al 2 trainingen meegedaan. De eerste nog wat onwennig tussen 20 leeftijdsgenootjes, de tweede genoot hij al meer, zeker na z’n 1e doelpunt. Leuk om de eerste keer langs het veld te staan en Japie, met de motoriek van een etalagepop, achter de bal aan te zien rennen. De rest van het team rent duidelijk al wat langer achter een bal aan.

Ik was benieuwd hoe hij om zou gaan met de autoriteit van een voetbaltrainer en de duidelijke regels van voetbal zelf. Deze wil hij buiten de voetbalclub nog wel eens anders opvatten of inzetten. Emoties reguleren, hard nodig tijdens voetbal, is een uitdaging voor hem. 

Bij het minste geringste kon en kan Japie uit zijn vel springen van geluk maar vaker nog van boosheid of misplaatste onrechtvaardigheid. Als iemand, onze dochter, aan zijn spullen zit of als hij perse op een bepaalde stoel wil zitten. Dan wordt de wereld ineens heel klein en ontplof je. Wiebelen, net niet schuimbekken of wild met je armen zwaaien, hij is niet voor rede vatbaar.

Dit gedrag komt met vlagen, vaak na een drukke periode met veel indrukken of als hij moe is. Een soort instinct gedrag, voortkomend uit zijn eerste moeilijke jaren. Hard schreeuwen of gek doen om aandacht te krijgen.

Maar dit gedrag zien we steeds minder, een teken dat Japie goed in zijn vel zit. Of zoals mijn ouders zeggen: “Japie, die komt er wel! “