Een gezinshuis is een kleinschalige vorm van jeugdhulp voor kinderen en jongeren die (tijdelijk) niet meer bij ouders, in een pleeggezin of zelfstandig kunnen wonen. Een gezinshuis is een gewoon huis in een gewone buurt, waar gezinshuisouders (echtpaar of samenwonend stel) kinderen opvangen. Van één van die gezinshuizen komt de volgende blog.
“Geef die maar eens een week aan mij, dan luistert hij wel.”
Je eigen netwerk. Hoe gaat die om met het feit dat je een gezinshuis hebt? Want ineens heb je geen 9 tot 5 baan meer. Ineens kom je met een buslading kinderen op bezoek. En dat kan heel gezellig zijn, maar brengt ook een enorme chaos met zich mee. Wat doet dit met je netwerk? Familie, vrienden, buren, mensen op clubjes en of school et cetera?
Niet iedereen begrijpt het. Dat hoeft uiteraard ook niet. Echter, je kunt er wel last van krijgen als gezinshuisouder. Hoe zich dat uit? Door ‘adviezen’ die ongetwijfeld goed bedoeld zijn, maar voortkomen uit onwetendheid hoe om te gaan met de kinderen die bij ons wonen. En dat is geen kritiek op ons netwerk. We begrijpen het. Het is ook niet gemakkelijk om te begrijpen. Het gedrag dat kinderen laten zien is soms extreem.
Gedrag komt altijd ergens vandaan. Het is heel eenvoudig om kinderen af te rekenen op hun gedrag. Maar wat zit er achter dat gedrag? Waar komt het vandaan? Is een kind van nature brutaal of opstandig? Of ongehoorzaam? Is een kind van nature heel meegaand en is het een allemansvriend die met iedereen meegaat? Over het kind uit dit laatste voorbeeld zul je nooit iemand horen klagen. Want dat is toch heel gemakkelijk? Hij kan het met iedereen vinden en gaat met iedereen mee. Maar vanaf een bepaalde leeftijd is dit heel zorgelijk gedrag en behoeft het echt een specifieke aanpak.
Maar helaas gaat de meeste aandacht uit naar de kinderen die gedrag laten zien waar een ander last van heeft.
En daar hebben we meteen een kernpunt. Wat is probleemgedrag? Het voorbeeld hierboven waarbij een kind een allemansvriend is ziet niemand als probleemgedrag. Immers, niemand heeft er last van. Maar het is wel degelijk problematisch gedrag. Als een kind van 10 jaar in een onbekende situatie babygedrag laat zien, is dat dan probleemgedrag? Voor de meeste mensen wel. Want dat kan toch niet? “Doe normaal!”, “Wat is met die?”, “Geef die maar eens een week aan mij, dan luistert hij wel.”
Beide voorbeelden zijn problematisch gedrag, dat een bepaalde aanpak behoeft. Het komt voort uit hechtingsproblematiek. En daar zit een hele wetenschap achter. Helaas werken de goedbedoelde adviezen niet. Sterker, ze werken vaak averechts. En dus komen we tot het volgende. Vaak is er onbegrip over hoe we handelen. Dan vragen mensen zich af, waarom je iets doet. Althans, ze vragen het zich af en praten erover met anderen. Er zijn er maar weinig die ons rechtstreeks vragen waarom we doen wat we doen. Geloof ons, er zit altijd een gedachte achter. En ook wij doen wel eens iets, waarvan we achteraf denken 'dat had ik anders moeten doen'. Helemaal prima, een prachtig moment om samen met het kind te bespreken. Ook wij zijn mensen. Willen we nu dat iedereen alles begrijpt van hechtingsproblematiek? Nee, dat is ondoenlijk. We hopen wel dat mensen meer begrip krijgen voor wat we doen. En waarom we iets doen. Maar vooral dat mensen kinderen niet beoordelen op hun gedrag en weten dat dit altijd ergens vandaan komt. Belangrijk is wel om te benoemen dat niet elk kind dat een allemansvriend is of een baby nadoet een hechtingsprobleem heeft. Zo kort door de bocht is het gelukkig ook weer niet.
En ik weet dat er binnen ons netwerk altijd met een schuin oog gekeken zal worden naar wat we doen. Geen probleem. Ik zou willen zeggen, kom maar eens een week bij ons wonen, dan begrijp je het wel...