03-08-2021

Klaar | Column van een Pleegmoeder

Iedere maand schrijft een pleegmoeder een column voor XONAR, deze maand met het thema 'Klaar'

Geertje (40), is illustrator, vormgever, schrijfster én pleegmoeder. Ze schrijft maandelijks een column over haar belevenissen in pleegouderschap.

“Kijk Harrie, hier is het. Is een andere winkel hé? Dat komt omdat ze de Jumbo aan het verbouwen zijn. Maar deze is vast ook prima.”

“Tiets!”

“Inderdaad, daar kunnen we de fiets neerzetten. Kom ik til je uit het stoeltje, let op je voetje, goed zo. Hop in het winkelwagentje, met het handige kinderzitje. En naar binnen. Oh het is wel druk. Nou ja, dat was te verwachten. Hier is meteen al de fruitafdeling.”

“Appul!”

“Nee dat zijn aardbeien. Die nemen we ook, lekker. Courgettini hebben we nodig, rauwkostsalade, kijk nou, allebei in de aanbieding, wat een geluk. En hier liggen de aardappels, mooi. En brood, waar ligt het volkoren?”

“Didi!”

“Ja dat is jouw eten. Oh geef het boodschappenlijstje maar terug lieverd, dankjewel.”

“Kop”

“Haha ja, Harrie hangt op de kop! Wat ben je toch een grapjas. Eens kijken, waar zouden ze hier de pindakaas verstoppen?”

“Kop, kop!”

“Ja leuk, maar niet zo ver gaan hangen, dadelijk val je nog uit de wagen. En geef het boodschappenlijstje maar weer hier.”

“Krakra!”

“Waar staat de stroop nou toch?”

“Krakraaa!”

“Hier? Nee ook niet. Wel onhandig ingedeeld allemaal.”

“KRAKRA KRAKRA KRAKRAAAAAAH!!!”

“Oh sorry moppie, ja daar is een plaatje van een tractor inderdaad, goed gezien.”

“Krakra.”

“Eindelijk; hier is de stroop. Even wachten tot die mevrouw klaar is. Even wachten. Ga maar weer zitten. NEE NIET UIT DE KAR KLIMMEN. Ga zitten lieffie, goed zo. Moet ze nu echt alle etiketten lezen?”

“Die!”

“Laat dat maar staan. NIET DE GLAZEN PO….poeh dit kon ik nog nét vangen. Help liever mee zoeken. Babykoekjes. Hier? Nee. Zucht. Waarom heb ik het gevoel dat we keer op keer hetzelfde gangpad inlopen, en altijd tegen de richting in?”

“Klaar?”

“Nou inderdaad, ik ben er ook wel klaar mee. Het meeste hebben we. De rest haalt Jeroen morgen maar. Oh eieren moet wel écht nog. Bij de zuivel denk ik. Dat is weer helemaal achterin. Blijf. In. De. Kar.  Nee hier zijn geen eieren. Wat een vréselijke winkel is dit.  Heb jij het ook zo warm? Hier is wel chips. Staat niet op het lijstje. Een grote zak dus. Hè hè, daar zijn de eieren, wat een idiote plek. Snel naar de kassa nu.”

“Klaar?”

“Ja bijna. Blijf nou toch eens zitten. Weet je wat, je mag wel even in de kar staan, misschien gaat dat bete… NIET OP DE CHIPS STAAN! Oké ik draag je wel gewoon.”

“Oog?”

“AUW! Ja oog. Maar niet zo prikken alsjeblieft.”

“Auwa”?

“Klaar?”

“Bijna.”

“Klaar?”

“Bijna. Met de pin alstublieft. Nee ik hoef geen zegeltjes, nee ook geen bonnetje.”

“Zo mevrouw, dat is wel een eigenwijsje hè? Haha. Dat heeft-ie zeker van zijn vader?”

“Vast, ik zou het niet weten, ik heb de goede man pas één keer ontmoet. Tot ziens!”

“….”

“Daag. Daag appul.”

“Zo Harrie, nog heel even terug in de winkelwagen, we gaan naar buiten”

“Tiets?”

 “Zeker. Kind ga nu toch eens zitten, je lazert bijna uit… Oh je wil me een knuffel geven. Ach. Wat lief.”

“Knuffeh.”

“Ja. Ik ook van jou.”